1)tenzelven
Dat is, in dien tijd, toen Jakob uit Mesopotamië wedergekeerd was, en woonde in het land Kanaän. Hier worden vermeld enige dingen, die vóór het verkopen van Jozef, en andere, die daarna geschied zijnp; maar Mozes voegt die tezamen, omdat zij één patriarch aangingen en van zulk een natuur waren, dat zij in één verhaal bekwamelijk konden afgedaan worden.
No Link found
 
2)Adullam,
Adullam was een stadje omtrent Hebron gelegen, dat daarna aan den stam van Juda door het lot gevallen is; Joz. 12:15, en Joz. 15:35.
 
3)hij nam
Te weten, tot een vrouw, tegen Gods wil, het goede exempel van zijn voorvaders, en zonder twijfel, buiten, of ook tegen den raad en het goedvinden van zijn vader. Zie dergelijke huwelijken boven, Gen. 6:2,4, en Gen. 26:34, en Gen. 27:46.
 
4)ging tot
Zie boven, Gen. 6:4.
 
5)hij was te
Te weten, Juda.
 
6)Chezib
De naam van een plaats of stad gelegen in het land Kanaän, en daarna in den stam van Juda, niet ver van Adullam; ok genoemd Aczib; Joz. 19:29; Richt. 1:31; Micha 1:14.
 
7)kwaad in
Dat is, hij mishaagde den Heere; zie boven, Gen. 21:11, want hij is genegen geweest en uitgebroken tot grote en grove zonden, die Gods rechtvaardige gramschap tegen hem verwekt hebben; verg. boven, Gen. 6:11, en Gen. 10:9.
 
8)doodde hem
Te weten, op zulk een manier, dat men in zijn dood Gods rechtvaardig oordeel kan opmerken; alzo onder, Gen. 38:10.
 
9)trouw haar
Het Hebr. woord betekent zijns broeders nagelaten vrouw te trouwen, volgens het gebruik van dien tijd, door de wet daarna bevestigd; Deut. 25:5,6; Ruth 1:11; Matth. 22:24, enz.
 
10)verwek uw
Want de conditie bij dit huwelijk was, dat de eerstgeboren zoon voor den zoon van den overledene gehouden moest worden.
 
11)wetende dat
Zie de aantekeningen op het voorgaande vers, Gen. 38:8.
No Link found
 
12)zaad voor
Dat is, zoon. Zie boven, Gen. 4:25.
 
13)verdorf
Of, schond, stortende dat ter aarde; daar de Hebreeuwse woorden beiden begrijpen. Dit was zoveel alsof hij de vrucht [om zo te spreken] uit het lichaam van de moeder weggerukt en vernield had.
No Link found
 
14)in des HEEREN
Dat is, naar Gods oordeel; zie Job 11:4.
 
15)Blijf
Of, zit, of, blijf zitten; aldus in het volgende.
 
16)totdat mijn
Zich gelatende, alsof hij dezen haar dan ten huwelijk wilde geven; maar uit het volgende blijkt dat hij dit niet in den zin had.
 
17)want
Anders, maar.
 
18)hij zeide:
Te weten, bij zichzelven; dat is, hij dacht; zie boven, Gen. 20:11.
 
19)Als nu
Hebr. toen de dagen vermenigvuldigd waren; dat is, toen er een goede tijd gepasseerd en nochtans Sela aan Thamar niet gegeven was.
 
20)trooste
Dat is, hij legde zijn rouw af; verg. boven, Gen. 37:35.
No Link found
 
21)zijn schaapscheerders
Want in de scheringen was het gebruikelijk gastmalen te houden, en met de vrienden vrolijk te zijn; 1 Sam. 25:36.
 
22)Timna
Een stad niet ver van Adullam gelegen, naderhand aan den stam van Juda ten deel gevallen; Joz. 15:57. Men leest ook van een Timna, gelegen in Dan; Joz. 19:43.
 
23)van haar
Want de weduwen waren eenvoudiger en nederiger gekleed dan andere vrouwen.
 
24)bedekte zich
Thamar om een oneerbare vrouw te gelijken, versiert zich met een sluier, bewindt en verbergt haar aangezicht, en zit op een algemenen weg, opdat zij, onbekend blijvende, haar schoonvader zou mogen bedriegen; verg. Spreuk. 7:12, en Spreuk. 9:14; Ezech. 16:24,25.
 
25)twee fonteinen,
Of, Enaïm, hetwelk sommigen houden voor den naam van een zekere plaats. Sommigen zetten het over een scheidsweg, genoemd, volgens hun gevoelen: deur der ogen; omdat op een kruisweg de ogen als opengedaan worden, om herwaarts of derwaarts te zien.
 
26)weg, en
Te weten, naar den weg waar zij zat.
 
27)Wat zult
Zij eist hoerenloon, niet uit begeerte van gewin, maar om hem namaals daarvan te overtuigen; gelijk blijkt onder, Gen. 38:25; en Juda was zo verrukt door de hitte van vleselijken lust, dat hij de stem van zijn schoondochter niet herkende.
 
28)Zo gij
Versta hierbij: Ik zal u ter wille zijn, indien gij, enz. Anders, zult gij pand geven, totdat gij het zendt?
 
29)snoer, en
Anders, zweetdoek, neusdoek. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk gedraaid, of, getwijnd garen; en wordt genomen voor snoeren en doeken van zulk garen gemaakt.
 
30)haar plaats,
Dat is, van de plaats, waaromtrent Thamar gezeten had.
 
31)twee fonteinen
Hebr. Enaïm; zie boven, Gen. 38:14.
 
32)niet tot
Dat is, opdat wij naar ons goed te veel vernemende, onze hoererij niet ontdekken, wat ons tot schande zou dienen. Merk dat bij de heidenen en afgodendienaars, zoals de Adullamieten waren, de hoererij voor schande werd gerekend.
 
33)Breng ze
Te weten, aan de stadspoort, opdat men haar voor de overheid haar proces make als een overspeelster, overmits zij aan mijn zoon Sela beloofd is.
 
34)dat zij
Zo was dan het overspel in dien tijd, ook vóór de wet, gehouden voor een doodswaardige misdaad. Zie boven, Gen. 20:3, Gen. 20:7,9.
 
35)Zij is
Zijn conscientie wroegt hem, niet alleen omdat hij zijn belofte aan Thamar niet gehouden had [welke reden hier in dit vs. Gen. 38:26, vermeld wordt], maar ook omdat hij met zijn weten hoererij en onwetend bloedschande begaan had.
 
36)hij
Hebr. hij voer niet voort om haar te bekennen.
 
37)bekende
Zie deze manier van spreken boven, Gen. 4:1.
 
38)scharlaken
Het Hebr. woord betekent eigenlijk zulk een stof, die in de scharlakenrode verf tweemaal ingedoopt is. Zie Exod. 25:4, en Lev. 14:4, en de aantekeningen.
 
39)Deze komt
Omdat zij meende dat deze het eerst zou voortkomen, en alzo de eerstgeborene zijn.
 
40)Hoe zijt
Dat is, hoe zijt gij vóór uw broeder, die u voor was, doorgedrongen, om ter wereld te komen?
 
41)op u is
Dat is, zij is u toe te schrijven; of, gij hebt ze gemaakt om uw broeder het voordeel der eerstgeboorte, dat hij scheen te hebben, te ontnemen. Anders, hoe hebt gij de scheur over u gescheurd?
 
42)Perez.
Hebr. Perets; dat is, doorbreking, scheuring.
 
43)Zerah.
Dat is, opgang, oprijzing. Omdat hij zich het eerst had laten zien, toen hij in de geboorte was.
No Link found