1)in Judea
Dit wordt hier bij gedaan, omdat er nog een ander Bethlehem was, gelegen in den stam van Zebulon, of neder-Galilea. Zie #Joz.19:15.
 
2)Herodus
Deze was Herodus de Grote, toegenaamd Ascalonita, een Idumeër, de eerste vreemde koning.
 
3)wijzen
Grieks: magi. Zo werden bij de Perzen en Meden genaamd de geleerden in allerlei wetenschappen, en voornamelijk in den loop des hemels. Die wel bij hen in groot aanzien waren; maar dat zij koningen zouden geweest zijn, is niet gelooflijk, gelijk hunne benamingen en al de omstandigheden uitwijzen.
 
4)oosten
Deze worden gezegd van het oosten gekomen te zijn, omdat deze landen oostwaarts van Judea gelegen waren.
 
5)overpriesters
Deze waren de hoofden van de ordeningen der priesters, uit Eleazars en Ithamars geslacht, en waren vier en twintig in getal, 1 Kron. 24:4, en 2 Kron. 36:14, van welken alleen de hogepriester het opperhoofd was.
 
6)schriftgeleerden des volks,
Anders, wetgeleerden, gelijk blijkt uit de vergelijking Matth. 22:25 met Mark. 12:28. Hun ambt was de Schriften van Mozes en der profeten het volk uit te leggen. Zie Ezra 7:6 en Matth. 13:52. Uit dezen en de overpriesters tezamen bestond de hoogste kerkelijke vergadering der Joden.
 
7)vraagde
Dat is, vernam.
 
8)geenszins
Het woord geenszins staat bij Micha 5:1 niet, maar wordt uit de zin daarbij gedaan. Want hoewel Bethlehem in grootte onder de kleinste steden was, nochtans was het niet het minste in waarde en achting, omdat David daaruit was gesproten, Joh. 7:42, en Christus daaruit zou voortkomen. En daarom lezen sommigen in den grondtekst bij Micha zijt gij de minste? Doch zie hiervan breder de aantekening op Micha 5:1.
 
9)vorsten
Dat is, oversten over duizend, Micha 5. 1.
 
10)mijn volk Israël weiden zal.
Dat is, de gemeente der gelovigen, welke Hij met zijn Woord en Geest regeren zal, als een hemels koning. Zie Rom. 9:6, en Gal. 6:16.
 
11)ging hun voor
Hieruit blijkt dat zij geen gewone ster des hemels geweest is, maar een bijzonder geschapen licht, gelijk de vuurkolom was, die de kinderen Israëls door de woestijn leidde.
 
12)vonden
Anders, zagen.
 
13)goud en wierook en mirre.
Dit waren de kostelijkste dingen, die in hun land gevonden werden.
 
14)Uit Egypte
Hoewel deze plaats, Hos. 11:1, van de verlossing des volks Israëls uit Egypte ook verstaan wordt, nochtans moest hetzelve mede in Christus, als het hoofd van dit volk vervuld worden.
 
15)bedrogen
Grieks: bespot; namelijk naar zijn mening. Want eigenlijk hebben de wijzen hem noch bedrogen noch bespot.
 
16)omgebracht al de kinderen
Deze schrikkelijke kindermoord wordt ook door Macrobio, een heidens schrijver, verhaald, Saturnal.lib. 2, cap. 4.
 
17)door den profeet
Sommige Griekse boeken hebben hier ook deze woorden: van den Heere.
 
18)in Rama
Zie hiervan de uitlegging Jer. 31:15.
 
19)Rachel
Dewijl Rachel daaromtrent begraven was, Gen. 35:19, zo worden alhier door haar verstaan de moeders van Bethlehem en daaromtrent.
 
20)de ziel
Dat is, leven. Zie Exod. 4:19, dat is, die naar zijn leven stonden om dat te benemen. Anderszins wordt deze wijze van spreken ook in het goede genomen, Spreuk. 29:10.
 
21)dat Hij Nazarener zal geheten worden.
Dit ziet of op de plaats Richt. 13:5,7, waar Simson als een voorbeeld van Christus gezegd wordt: Hij zal een nazireër, dat is verloofde Gods, zijn; of, hetwelk het waarschijnlijkst is, Jes. 11:1, en Jes. 60:21, waar Christus netzer, dat is, een spruit genaamd wordt, van welk woord de stad Nazareth haar naam heeft. God heeft gewild dat Christus, bij gelegenheid van deze zijn woonplaats Nazarenus zou genaamd worden, als een spruit, die uit zijn plaats voor zijn Vader opwast, Jes. 53:2; Jer. 23:5, en Jes. 33:15; Zach. 6:12.