1) | lied Hammaäloth, |
|
Zie de aantekening bij Ps. 120:1.
|
|
2) | broeders ook |
|
Onderhet woord broeders worden niet alleen verstaan vleselijke broeders, maar ook degenen, die in een gelijke bediening en ambt staan; ja al degenen, die dagelijks een en dezelfden Vader, die in den hemel is, aanroepen. Zie de aantekening bij Ps. 122:8. Het is zoveel alsof de profeet hier zeide: De eendracht onder alle mensen is lieflijk en aangenaam, maar inzonderheid die, welke onder de broeders is.
|
|
3) | samenwonen. |
|
Te weten, in eendracht en liefde zo in de religie, als in de politie en den dagelijksen omgang.
|
|
4) | Het is, gelijk |
|
Alsof hij zeide: Zulke vrede en eendracht mag recht vergeleken worden bij de welriekende zalf van Aäron en zijne navolgers zijn gezalfd en ingewijd geworden, zie Exod. 29:7, en Exod. 30:23,25,26,27,28,29,30.
|
|
5) | de kostelijke olie |
|
Hebr. de goede.
|
|
6) | zoom |
|
Hebr. mond. Hij spreekt van den boord of zoom van den mantel van den efod: doch sommigen verstaan hier door den mond den kraag of het hoofdgat van de efod. Zie Exod. 28: en Exod. 39.
|
|
7) | zijner klederen. |
|
Te weten, van zijn heilige hogepriesterlijke klederen, van welke te lezen is Exod. 28.
|
|
8) | Hermon, |
|
Zie van den berg Hermon, Deut. 3:8; Ps. 29:6; en Hoogl. 4:8.
|
|
9) | en die nederdaalt |
|
Dit woord dient hierbij, nog zou de rede voller en klaarder wezen, indien hierbij stond: En gelijk de dauw, die nederdaalt op, enz. Hermon en Zion liggen ver van elkander, zodat de dauw van Hermon niet kan nederdalen op de bergen Zions.
|
|
10) | de bergen van |
|
Versta hier, de bergen die omtrent den berg Zion, of omtrent Jeruzalem liggen. Zie Ps. 125:2.
|
|
11) | gebiedt |
|
Dat is, de Heere maakt dat bij zulk een eendrachtige verzameling van broeders zegen en leven is; ps. 42:9. Zie ook Lev. 25:21; Deut. 28:8.
|
|
12) | aldaar den zegen |
|
Te weten, waar broeders in enigheid bij elkander leven. Zie Ps. 133:1.
|
|
13) | het leven tot |
|
Te weten, een lang gelukzalig leven. Versta hierbij, gebiedt de Heere. De profeet wil zeggen: Gelijk de dauw de bergen van Hermon en Zion, mitsgaders de omliggende landen, bevochtigt en vruchtbaar maakt, alzo zegent ook God de Heere en geeft een lang, ja het eeuwige leven, hun die in broederlijke
|
|