1)wederpartijders
Zie van dezen Ezra 4:7,8,9.
 
2)gevangenis
Hebreeuws, vervaring, of, vervoering, wegvoering, ballingschap; dat is, die weggevoerd en gevangen geweest waren in Babel; alzo dikwijls in het volgende.
 
3)Laat ons
Veinzende vriendschap en gemeenschap der religie maar zoekende onder dien dekmantel het goede werk te beletten, of hun afgoderij in den tempel in te voeren, of met den reinen godsdienst te vermengen. Zie 2 Kon. 17:29,30,31,32,33,34. Daarom is dit huichelachtig verzoek hun afgeslagen.
 
4)Hem geofferd
Anders, wij hebben niet geofferd.
 
5)Esar-haddon,
Die Sanheribs zoon was, en na hem geregeerd had; 2 Kon. 19:37.
 
6)betaamt niet,
Hebreeuws, ulieden en ons niet; of, gijlieden en wij hebben niet; te weten, met elkander te doen in deze zaak.
 
7)alleen
Aldus kan het Hebreeuwse woord Jachad [dat dikwijls tezamen, tegelijk, met elkander, bijeen, ineen betekent] hier bekwamelijk genomen worden, gelijk Jachis ook een enigen, eenlijken, eenzamen betekent. Zie van gelijke Job 34:29; Hos. 11:7; idem Ps. 33:15. Anders, wij [die hier] tezamen [zijn,] zullen, enz. Of, wij [alleen] zullen tezamen, enz.
 
8)maakte
Dat is, braken den lust en ijver van Gods volk, en maakten hen flauw en trager in het bouwen.
 
9)volk des lands
Gelijk boven, Ezra 3:3.
 
10)hun raad te vernietigen,
Te weten, het goede voornemen der Joden.
 
11)Darius,
Hebreeuws, Darjavesch; zie onder, Ezra 4:24.
 
12)Ahasveros,
Hebreeuws, Achaschverosch, anders genoemd Assuerus. Wie deze geweest is, daarvan is verscheiden gevoelen. Sommigen verstaan Cambyses, den zoon van Cyrus, anderen den vermaarden Xerxes.
 
13)Arthahsasta
Hebreeuws, Artach-schaschtha, anders genoemd Artaxerxes, dien sommigen menen geweest te zijn Artaxerxes Longimanus; dat is Langhand.
 
14)Rislam,
Anders, in vrede; dat is, in tijd van vrede, stilzwijgende, als de Joden daarop niet dachten. Of, vredelijk; dat is, met toewensing van vrede aan den koning.
No Link found
 
15)overigen
Chaldeeuws, het overige, en zo in het volgende, dat is, de ander, de rest.
 
16)zijn gezelschap,
Versta, de andere leden van den Raad, die de koningen van Perzië in deze omstreken, over de rivier Eufraat gelegen, gesteld hadden.
 
17)uitgelegd.
Dat is, geschreven niet alleen met Syrische letters, maar ook met Syrische woorden, zoals enigen dat verklaren. Syrisch, dat is, Chaldeeuws, welke spraak de Joden in Babylonië mede geleerd hebben.
 
18)kanselier,
Chaldeeuws, heer, of, meester des raads; dat is, president des Raads, of kanselier.
 
19)schrijver,
Of, secretaris.
 
20)op deze manier:
Of, aldus, als volgt, gelijk wij zullen zeggen, enz.
 
21)Toen Rehum,
Te weten, is dit geschreven.
 
22)Dinaieten,
Dit zijn alle namen van verscheidene heidense volken, die de koning van Assyrië overgezonden had, om in de plaats der tien stammen Israëls te gaan wonen, uit welke alle een Raad des konings tot zijn dienst in deze streken was opgericht.
 
23)Asnappar
Boven, Ezra 4:2, genoemd Esarhaddon.
 
24)stad van Samaria,
Anders, steden der Samaritanen.
 
25)rivier,
Eufraat.
 
26)op zulken tijd.
Of, op [dienzelven] tijd. Chaldeeuws, Cheheneth. Dit schijnt te wezen de datum des briefs, voor of bovenaan gesteld zijnde, gelijk hedendaags nog velen gewoon zijn te doen; alzo onder, Ezra 4:11,17, in des konings antwoord, en Ezra 7:12. Uit welke plaatsen afgenomen wordt, dat Cheheneth geen naam is van een zeker volk, gelijk sommigen menen.
 
27)mannen
Chaldeeuws, de man, of de mens; dat is, een ieder.
 
28)samenvoegen.
Chaldeeuws eigenlijk, aan elkander naaien, of lappen.
 
29)cijns,
Het Chaldeeuwse woord betekent eigenlijk maat enzovoorts cijns, tribuut, schatting, of schat; dien een ieder naar de mate zijner goederen den koning moest geven; Neh. 5:4. Zie ook onder, Ezra 4:20, en Ezra 7:24.
 
30)ouden impost,
Impost, die men vanouds gewoon was op allerlei koophandel te stellen. Anders, hoofdschatting.
 
31)tol
Op de havens en in het passeren der heirwegen, rivieren, enz. Sommigen maken van deze drie soorten maar twee, en zetten het aldus over: Zij zullen den ouden schot en tol niet geven.
 
32)gij zult
Zo gij [koning] hun voornemen niet belet. Anders, zij zal; te weten, Jeruzalem.
 
33)inkomsten der koningen
Of, de schatkamer.
 
34)salaris
Chaldeeuws, het zout van het paleis hebben gezouten, of met het zout, enz.; dat is omdat wij in des konings paleis zijn opgevoed en onze traktementen vandaar hebben, of met soldij bezoldigd worden. Alzo worden salaris [dat van zout komt], idem sold, maand zouts en meer andere manieren van spreken hedendaags gebruikt, omdat het zout nodig is tot des mensen onderhoud; gelijk het woord brood ook voor des mensen onderhoud in het algemeen genomen wordt.
 
35)oneer te zien,
Chaldeeuws eigenlijk, naaktheid, blootheid, ontbloting; hetwelk sommigen verstaan van de beroving zijner middelen, uit Ezra 4:13.
 
36)kronieken uwer vaderen,
Chaldeeuws, der gedachtenissen.
 
37)weten,
Dat is, bevinden.
 
38)gesticht hebben,
Chaldeeuws, gemaakt. Alzo Ezra 4:19.
 
39)van oude tijden af;
Chaldeeuws, van de dagen der eeuwigheid. Alzo Ezra 4:19.
 
40)gij daardoor
Dat is, zij zullen u alles, wat gij aan deze zijde van de Eufraat bezit, ontwenden en afvallig maken.
 
41)gezelschappen,
Dat is, collegiën, of metgezellen.
 
42)Vrede,
Chaldeeuws, Schelam en Chebet. Vergelijk boven, Ezra 4:10. Anderen nemen beide voor namen der plaatsen, waar Rehum en Simsai woonden.
 
43)gegeven was,
Chaldeeuws, gesteld. En alzo dikwijls in het volgende.
 
44)van oude tijden
Gelijk boven, Ezra 4:15.
 
45)diezelve mannen
De Joden.
 
46)arm en geweld.
Dat is, niet gewapende hand.
 
47)Darius,
Door dezen verstaan enigen Darius, den zoon van Hystaspis, die na Cambyses heeft geregeerd. Anderen menen, het is Darius Nothus geweest, die geregeerd heeft na Artaxerxes Longimanus en vóór Artaxerxes Mnemon. De aandachtige lezer zal van dezen zelf kunnen oordelen.