1)HEERE met de
Te weten, Christus.
No Link found
 
2)zijne gerechtigheid
Versta hier, de gerechtigheid des Evangelies, of des geloofs.
No Link found
 
3)Hij is gedachtig
Versta hierbij, en Hij heeft gedaan hetgeen Hij zijn volk Israël beloofd had, hen van hunne zonden verlossende en bevrijdende; zie Luk. 1:54,55,72,73,74.
 
4)al de einden
Dat is, de bewoners van het aardrijk, van het ene einde tot het andere. Alzo ook Jes. 52:10.
 
5)gij ganse
Dat is, Gij allen, die op de aardbodem woont; gelijk Ps. 96:9.
 
6)des Konings,
Te weten, voor den Heere Christus.
 
7)bruise met
Hebr. dondere; te weten, van vreugde. Dit zijn manieren van spreken bij gelijkenis, om aan te wijzen de grote vreugde, die de gelovigen, de ganse wereld door verspreid, te water en te land en in alle manieren, scheppen zullen uit de verkondiging van het heilige Evangelie. Zie Ps. 96:11.
 
8)met de handen
Hebr. met de handpalm. Dit ziet op het gebruik der mensen, die met het klappen der handen vreugde bedrijven en betonen dat zij een zeer goed behagen en genoegen aan ene zaak hebben. Alzo ook Ps. 47:2, en Jes. 55:12.
 
9)vreugde
Of, juichen.
 
10)des HEEREN;
Te weten, Christus.
 
11)Hij komt
Dat is, Hij zal komen. Versta dir zo van de eerste als van de tweede toekomst van Christus.
 
12)de aarde te
Dat is, de inwoners van het aardrijk.
 
13)in gerechtigheid
Dat is, gerechtiglijk, gelijk Ps. 96:13.
 
14)in alle rechtmatigheid.
Hebr. in rechtmatigheden.