1)krachtig werk gedaan
Grieks kracht.
 
2)door Zijn arm;
Dat is, door zijne mogendheid.
 
3)verstrooid de hoogmoedigen
Namelijk gelijk het kaf van den wind verstrooid wordt; Ps. 1:4.
 
4)opgenomen,
Het Griekse woord betekent de helpende hand bieden, wanneer iemand gevallen of verlaten is.
 
5)grotelijks aan haar bewezen had,
Grieks grootgemaakt had.
 
6)noemden het Zacharias,
Namelijk naar het gebruik der Joden, die den kinderen hunne namen gaven wanneer zij besneden werden, Gen. 21:3; Jes. 8:1; Luk. 2:21, gelijk daarom ook zulks bij ons in den doop geschiedt.
 
7)maagschap,
Of, geslacht.
 
8)schrijftafeltje geeist had,
Dit waren tafeltjes of bordjes met was bestreken, waar men met priemen of griffels op schreef.
 
9)lovende.
Grieks zegenende.
 
10)dingen.
Grieks woorden.
 
11)namen het ter harte,
Grieks legden het in hun hart; dat is, behielden en overlegden deze dingen zorgvuldiglijk.
 
12)de hand des Heeren was met hem.
Dat is, een zonderlinge kracht en genade des Heeren.
 
13)Geloofd
Grieks gezegend.
 
14)bezocht,
Namelijk in genade.
 
15)een hoorn der zaligheid ons opgericht,
Dat is, een sterken Verlosser, dat is, Christus gelijk Ps. 132:17. Ene gelijkenis genomen van dieren, die hoornen hebben, waarmede zij groot geweld doen.
 
16)van het begin der wereld geweest zijn;
Grieks van de eeuw; dat is, van dat de eeuw of wereld geweest is.
 
17)gedachtig ware
Dat is, met de daad betoonde dat hij gedachtig ware.
 
18)aan den eed,
Grieks den eed; hetwelk sommigen uitleggen: volgens den eed, of om den eed.
 
19)des Heeren heengaan,
Namelijk van den Messias Jezus Christus. Zie Matth. 3:3.
 
20)in vergeving hunner zonden.
Of, tot, met.
 
21)innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods,
Grieks ingewanden der barmhartigheid. Ene gelijkenis, genomen van de mensen, welker ingewanden beroerd worden als het hart sterk met barmhartigheid ontstoken wordt, Gen. 43:30; 1 Kon. 3:26.
 
22)de Opgang uit de hoogte;
Daarmede wordt de Messias betekend, omdat Hij genaamd wordt een ster uit Jakob opgaande, Num. 24:17, en de zon der gerechtigheid, Mal. 4:2. Anders betekent het Griekse woord ook een opgaanden scheut of spruit, gelijk de Messias alzo genaamd wordt, Jer. 23:5; Zach. 3:8, en Zach. 6:12, maar Luk. 1:79 betoont dat het hier in de eerste betekenis bekwamelijker genomen wordt.
 
23)verschijnen dengenen,
Of, verlichten.
 
24)in den geest,
Of, door den Geest; dat is, door de werking des Heiligen Geestes.
 
25)zijner vertoning aan Israel.
Dat is dat hij tevoorschijn is gekomen, om onder de Israëlieten zijn ambt te bedienen en uit te voeren. Zie de aantekeningen Matth. 3:1.