1) | weeldelijk; |
|
Of, sierlijk, delikatelijk, tederlijk. Dit kan verstaan worden van zijn zachte en sierlijke klederen, die hij mag aangedaan hebben, om alzo met een statelijk aanzien tot den profeet te gaan.
|
|
2) | zeide: |
|
Dat is, dacht bij zichzelven, of hij zeide dit tot zijn dienaars of de omstanders.
|
|
3) | Voorwaar, |
|
Alsof hij zeide: Nu merk ik wel dat ik niet gedood zal worden, gelijk ik tot nu toe gevreesd heb, dewijl ik tot een profeet gebracht word, verlost zijnde uit de handen eens gewapenden konings.
|
|
4) | Toen hieuw Samuel Agag in stukken, |
|
Zie dergelijk exempel in den profeet Elia, 1 Kon. 18:40, en 2 Kon. 1:10,12. Deze profeten zijn hiertoe bewogen door een inwendige roering en ingeving Gods, zodat dit door een iegelijk niet mag nagevolgd worden, wiens beroeping het eigenlijk niet is het zwaard der justitie te gebruiken.
|
|
5) | zag Saul niet meer |
|
Anders, en bezocht Saul niet meer; te weten, om hem te onderrichten aangaande de regering des koninkrijks, of om God voor hem te vragen. Anderszins heeft Samuel Saul onverhoeds gezien te Najoth in Rama, onder, 1 Sam. 19:24. Zien voor bezoeken staat ook 2 Kon. 8:29, en elders meer.
|
|
6) | tot den dag zijns doods toe; |
|
Denzelven daarmede ingerekend. Hij wil zeggen dat hij hem nooit weder bezocht heeft.
|
|
7) | evenwel droeg Samuel leed om Saul; |
|
Samuel heeft zijn levenlang over Saul geen leed gedragen, maar zolang, totdat het hem van God verboden was, en het hem van den Heere bevolen was David tot koning over Israël te zalven, gelijk te zien is onder, 1 Sam. 16:1.
|
|