1 2 3 4 5 6


1Dit is een getrouw woord:1) zo iemand tot eens opzieners ambt2) lust heeft, die3) begeert een treffelijk4) werk.5)
2Een opziener dan moet onberispelijk zijn,6) ener vrouwe man,7) wakker, matig,8) eerbaar, gaarne herbergende,9) bekwaam om te leren;
3Niet genegen tot den wijn,10) geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden,11) geen vechter, niet geldgierig.
4Die zijn eigen huis wel regeert,12) zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid;13)
5(Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?)
6Geen nieuweling, opdat14) hij niet opgeblazen worde,15) en in het oordeel16) des duivels valle.
7En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn,17) opdat hij niet valle in smaadheid, en18) in den strik des19) duivels.
8De diakenen insgelijks20) moeten eerbaar zijn,21) niet tweetongig, niet22) die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers;
9Houdende23) de verborgenheid24) des geloofs in een rein geweten.25)
10En dat deze ook eerst beproefd worden,26) en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn.27)
11De vrouwen insgelijks28) moeten eerbaar zijn, geen lasteraarsters, wakker,29) getrouw in alles.30)
12Dat de diakenen ener vrouwe mannen zijn, die hun kinderen en hun eigen huizen wel regeren.
13Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en31) vele vrijmoedigheid32) in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus.
14Deze dingen schrijf ik u, hopende zeer haast tot u te komen;
15Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods33) moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en34) vastigheid der waarheid.
16En buiten allen twijfel, de verborgenheid der35) godzaligheid is groot: God is36) geopenbaard37) in het vlees, is38) gerechtvaardigd39) in den Geest,40) is gezien van de engelen,41) is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is42) opgenomen in heerlijkheid.43)