1)Hun twintig pilaren
Te weten, der behangselen.
 
2)van hier en van daar,
Dat is, aan beide de zijde.
 
3)tegenover de behangselen des voorhofs.
Of, gelijk als.
 
4)naar den mond van Mozes,
Dat is, naar het zeggen, of door het bevel.
 
5)door de hand van Ithamar,
Zie Num. 4:33.
 
6)een werkmeester en vernuftig kunstenaar,
Zie Exod. 35:35.
 
7)talenten,
Zie Exod. 25:39.
 
8)sikkel des heiligdoms.
Zie Num. 3:47.
 
9)beka
Dat is, een halve of gekloven sikkel.
 
10)hoofd,
Hebreeuws, hersenbekken; dat is, persoon, gelijk Exod. 16:16.
 
11)twintig jaren oud en daarboven,
Hebreeuws, een zoon van twintig jaar.
 
12)hun hoofden,
Te weten, der pilaren.
 
13)Het koper nu des beweegoffers
Dat is, het koper wat geofferd werd.