1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42


1Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:
2Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
3Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op?
4Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is?
5Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.
6Hoeveel te min de mens, die een made is, en des mensen kind, die een worm is!